Europees Referentiekader voor Talen
A1, Overleving
De deelnemer kan:
- In vertrouwde situaties eenvoudige informatie en instructies verstaan als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt;
- Op simpele wijze reageren, vragen stellen en beantwoorden, op voorwaarde dat de gesprekspartner bereid is om te helpen;
- Zichzelf aan anderen voorstellen, persoonsgegevens verstrekken en eenvoudige mededelingen over werk, familie, familie, het weer ect.;
- Delen begrijpen van korte opschriften, berichten en mededelingen over een bekend onderwerp;
- Persoonsgegevens weergeven op briefjes en formulieren.
A2, Samenwerking
De deelnemer kan:
- De hoofdzaken en enkele details verstaan in spontane gesprekken over concrete zaken;
- Een korte conversatie voeren over zowel zakelijke als niet-zakelijke alledaagse kwesties, ook aan de telefoon;
- In eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond en de onmiddellijke omgeving beschrijven;
- De essentie begrijpen van eenvoudig geschreven brieven, bedrijfsinformatie, krantenartikelen en andere teksten over een bekend onderwerp;
- Zich op eenvoudige wijze uitdrukken in een beperkt aantal tekstvormen.
B1, Onafhankelijkheid
De deelnemer kan:
- De belangrijkste details begrijpen van een groot aantal gesproken teksten over alledaagse en beroepsmatige onderwerpen;
- Zelfstandig het gesprek gaande houden in alledaagse situaties, ook in de beroepsmatige sfeer;
- Ervaringen, gebeurtenissen, processen en projecten beschrijven en kort meningen en plannen toelichten;
- De essentie en relevante details begrijpen uit standaardteksten over bekende zakelijke en niet-zakelijke onderwerpen;
- Een eenvoudige, goedlopende brief of tekst produceren over een bekend onderwerp, gebaseerd op alledaagse routine.
B2, Interactie
- De deelnemer kan:
- Discussies tussen 3 of 4 deelnemers volgen en een grote variatie aan gesproken teksten begrijpen, ook als er sprake is van omgevingslawaai;
- Zo spontaan converseren dat een uitwisseling met moedertaalsprekers voor beide partijen weinig extra inspanning met zich meebrengt;
- Een actieve rol spelen in overlegsituaties en met voorbereiding presentaties geven;
- Tot in detail een redelijk ingewikkelde tekst begrijpen, met inbegrip van technische beschrijvingen uit het eigen vakgebied;
- Diverse soorten zakelijke en niet-zakelijke teksten opstellen, die ter correctie worden voorgelegd aan een moedertaalspreker.
C1, Integratie
De deelnemer kan:
- De meeste details van gesproken teksten begrijpen en de achterliggende gedachte ervan herkennen;
- Flexibel en effectief omgaan met de taal in sociale en beroepsmatige situaties, zonder naar woorden te moeten zoeken;
- Voor toehoorders een duidelijk gestructureerde en gedetailleerde gesproken tekst produceren, ook over abstracte onderwerpen;
- De details en nuances begrijpen van een grote variatie aan geschreven teksen, zonder moeite te hebben met de lengte en complexiteit ervan;
- Met zeer weinig fouten een duidelijke, gedetailleerde geschreven tekst produceren, ook over een specialistisch onderwerp.
C2, Perfectie
De deelnemer kan:
- Alles wat hij/zij hoort of leest gemakkelijk begrijpen zonder een woordenboek te hoeven gebruiken;
- Zichzelf vloeiend en precies uitdrukken, nuances in betekenis aanbrengen en tal van idiomatische verbindingen en uitdrukkingen toepassen;
- Bij diverse gelegenheden zowel voorbereid als onvoorbereid spreken in het openbaar over complexe onderwerpen;
- Met een zeer grote mate van accuratesse zeer uiteenlopende soorten teksten opstellen en redigeren.